De botanische tuin van Zuidas kent een bijzondere bonsai-collectie. Beelden en fonteinen in het Beatrixpark verwijzen naar de muziek van Debussy. Op Zuidas kreeg de Franse componist zijn eigen laan tussen glanzende wolkenkrabbers. Poissons d’or is wel zijn ‘meest Japanse’ muziekwerk genoemd.
Japonisme was en vogue in Parijs. Debussy hield zielsveel van Japanse prenten en Ukiyo-e houtsnedes. In zijn werkkamer prijkte een lakpaneel met een ‘image’ van in goud en paarlemoer vormgegeven karpers, zwemmend onder een treurwilg.
Rudolf Escher raakte op zijn beurt in de ban van Debussy en bewonderde zeer hoe Debussy ‘de muzische mens’ toegang bood tot een nieuw ‘belevingsgebied’.
Meesterpianist Antonii Baryshevskyi smeedt Debussy en Escher aaneen op de vleugel. Juho Myllylä laat zich inspireren door hun fascinatie voor Japan en Azië en verkent op blokfluiten de brutalistische architectuur van De Thomas.
Claude Debussy
Poissons d’or (uit Images, boek 2)
Etudes
Rudolf Escher
Exquise selectie uit zijn pianowerken.
Antonii Baryshevskyi, piano solo
Juho Myllylä, blokfluiten en soundscapes
Antonii Baryshevskyi belongs to a generation of young Ukrainian pianists who have won strong international recognition at the most representative competitions on the planet (in particular, Arthur Rubinstein Piano Competition, Premio Jaen, F. Busoni Piano Competition). His unique talent is well marked by his bright individual thinking, which allows the performer to manifest himself in the music of different epochs and stylistic directions.
